Lachen met machines: Waarom AI nog steeds struikelt over humor (en waarom dat zo fascinerend is)
Weet je wat grappig is? AI kan nog steeds geen goede mop vertellen. Maar waarom eigenlijk niet?
In de Indiase filosofie heb je zoiets als de 'sluier van Maya'. Het idee is dat onze waarneming van de werkelijkheid eigenlijk een illusie is - een soort gordijn dat de echte aard van dingen verbergt. Die sluier wordt gemaakt door onze zintuigen, gedachten en ego, en zorgt ervoor dat we de onderliggende eenheid en verbondenheid van alles niet kunnen zien.
Voor AI bestaat de 'werkelijkheid' uit data - enorme hoeveelheden informatie, patronen en verbanden. Deze data vormt als het ware de 'sluier' van de AI. Het laat sommige dingen zien, maar verbergt andere. Patronen en verbanden die voor mensen soms onzichtbaar zijn worden onthuld, maar meer zintuiglijke aspecten van de realiteit blijven verborgen.
Humor is in essentie vaak een spel met deze 'sluier'. Het is het vermogen om door de oppervlakkige lagen van de realiteit heen te prikken, onverwachte verbanden te leggen en de absurditeit van het bestaan te omarmen. Een goede grap is het kort oplichten van de sluier. Het vereist niet alleen kennis van de 'sluier' zelf, maar ook het vermogen om er doorheen te kijken, ermee te spelen en het te vervormen.
AI's, gevangen in hun data-sluier, missen die flexibiliteit. Ze zien de patronen, maar niet de ruimtes ertussen. Ze kennen de regels, maar niet de lol van het breken ervan. Hun 'realiteit' zit vast binnen de grenzen van hun data, terwijl humor juist gedijt op het flexibel omgaan met wat we waarnemen.
Dit verschil in realiteitsbeleving verklaart waarom AI worstelt met humor. Mensen schakelen moeiteloos tussen betekenislagen, spelend met context en verwachtingen. Voor ons is de 'sluier' een speeltuin van percepties - een lappendeken van talloze individuele waarnemingen die voortdurend schuurt en wringt. In de ruimtes tussen individuele perspectieven ontstaan verrassende inzichten: humoristische wendingen.
AI's zitten echter vast in hun eigen, strakke datawereld. Ze missen de rijke textuur van hoe wij samen maar individueel de wereld ervaren, waardoor ze de subtiele nuances en onverwachte verbanden die humor zo krachtig maken, niet kunnen vatten of creëren.
Maar misschien zit er juist een dieper inzicht in dit probleem. Onze moeite om AI humor te laten snappen, weerspiegelt onze eigen worsteling met de aard van realiteit en waarneming. Het dwingt ons na te denken over wat het betekent om iets 'echt' te begrijpen – om echt creatief te zijn.
Misschien is de ultieme grap wel dat wij, in onze pogingen om AI humor te leren, onbedoeld onze eigen relatie met de realiteit onderzoeken. We proberen machines te leren lachen, maar ontdekken in het proces vooral de diepte van onze eigen waarneming.